'Je talent moet je delen'
In de jaren ’50 en ’60 ontvluchten zo’n 300.000 mensen voormalig Nederlands-Indië als gevolg van oorlogsgeweld en naoorlogse ontwikkelingen, en vestigen zich in Nederland. Om hun verhaal en afkomst bij de rest van Nederland onder de aandacht te brengen, ondersteunt de subsidieregeling Collectieve erkenning Indisch-Moluks Nederland de gemeenschap bij thema’s als educatie en cultuur.
Eén van de initiatieven die met behulp van deze subsidie is ontplooid acteert onder de naam ROSE Stories. Dit collectief aan verhalenvertellers en producenten biedt een podium aan Nederlanders met een afkomst in voormalig Nederlands-Indië. En dat levert vaak aangrijpende verhalen op.
Kleurrijke afkomst
Neem de levensloop van Andrew van Esch, die in de podcast Onze Grenzeloze Geschiedenis zijn enerverende verhaal uit de doeken doet. “Mijn ouders zijn Indisch. Mijn moeder komt uit een Joodse familie die vanuit het Westland naar Nederlands-Indië is gegaan en daar katholiek is geworden. Mijn vader komt uit een katholieke familie in Rotterdam. Ik ben een mix van diverse landen, een echte bastaard.”
Een ander zou dergelijke bewoordingen schuwen, maar Andrew ontleent juist veel trots uit zijn kleurrijke afkomst. Hij noemt het bonte gedrag van Indische Nederlanders als voorbeeld van zijn culturele wortels: “Mijn oma gaf mij geen zoen, maar snoof in mijn gezicht. Toen ik als 12-jarige voor het eerst naar Indonesië ging, vond ik dat erg bijzonder.”
Door het oorlogsgeweld golden er echter ook pijnlijke taboes in de familie. “Mijn moeder praatte nooit over de oorlog. Haar vader keerde ooit terug van de Pekanbaru-spoorlijn op de rug van zijn beste vriend. Hij was meer dood dan levend. De vader van mijn vader was onthoofd door de Japanners en de rest van het gezin was overleden aan dysenterie, allemaal in twee weken tijd. Hij zei vaak: wat heeft het nog voor zin om erover te praten?”
"Mijn oma gaf mij geen zoen, maar snoof in mijn gezicht. Als 12-jarige vond ik dat erg bijzonder"
Aandacht voor dekolonisatie
Toch vindt Andrew het goed dat er aandacht is voor dekolonisatie. Veel van zijn eigen identiteit denkt hij te kunnen herleiden naar de Nederlandse, koloniale geschiedenis. Zo krijgt hij niet graag complimenten, terwijl hij er tegelijkertijd innig naar hunkert. Het verlangen naar respect zit diep in de Indische gemeenschap, vertelt Andrew. Hij legt uit dat Nederlandse bevolking lange tijd maar weinig begreep van mensen met een Indische achtergrond, en uit bescheidenheid vertelden ze er zelf ook maar zelden over. “Daarmee heeft de gemeenschap wel een deuk opgelopen in hun gevoel van respect.”
Andrew lijkt te breken met de diepgewortelde ingetogenheid die de Indische gemeenschap kenmerkt. Zijn ouders vertelden hem altijd: ‘je bent slim en je hebt talent. Dat moet je delen’. Met zijn podcast doet hij op ontroerende wijze recht aan die wens.