Vragen en antwoorden

Nee, in beginsel niet. Voor zzp’ers geldt een andere situatie dan voor werknemers. De zzp’er is immers geen werknemer die verplicht verzekerd is in het kader van de WIA. De zzp’er valt dan ook niet (automatisch) binnen dit stelsel en ontvangt geen WIA-beslissing. Het beoordelen van zzp’ers zonder vergelijkbaar document met de WIA-beslissing (samen met het verzekeringsbericht) is niet mogelijk. Dat komt doordat in de meeste gevallen objectieve en verifieerbare dossiervorming mist.

In het geval een zzp’er van mening is aan de voorwaarden te voldoen en dit kan onderbouwen met objectieve en verifieerbare stukken, dan mag een aanvraag worden ingediend om beoordeeld te worden.

PGB-zorgverleners worden in principe beschouwd als zelfstandige ondernemers, vergelijkbaar met zzp'ers. Het bovenstaande geldt dan ook zowel zzp’ers als voor PGB-zorgverleners.

Is uw aanvraag in de eerste ronde afgewezen, omdat u na de eerste golf ziek bent geworden? Dan moest u opnieuw een aanvraag doen.

Heeft u na de eerste ronde bezwaar gemaakt, en komt u nu wel in aanmerking voor de financiële ondersteuning? Dan hoeft u deze niet opnieuw aan te vragen. In de beoordeling van de bezwaren hebben we er rekening mee gehouden dat de regeling zou wijzigen. Deze aanvragers krijgen vanzelf bericht.

Het is mogelijk dat u ziek bent geworden in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020 en dat u een WIA-aanvraag heeft ingediend, maar nog wacht op uw beoordeling. Bijvoorbeeld door een afgesproken vrijwillige of verplichte loondoorbetaling, of door de wachtlijsten bij het UWV. U kon dan toch een aanvraag indienen voor de financiële ondersteuning.

In plaats van uw WIA-beslissing kon u dan de voorschotbeslissing op uw WIA-aanvraag uploaden. Heeft u deze ook nog niet ontvangen? Dan kon u de ontvangstbevestiging op uw WIA-aanvraag uploaden. Deze documenten heeft u ontvangen van het UWV. U kon deze documenten uploaden in het aanvraagportaal bij het vakje voor de WIA-beslissing.

Daarnaast moest u de probleemanalyse uploaden. Dit is onderdeel van het re-integratieverslag. Hierin staat uw eerste ziektedag vermeld. Dat verslag is nodig om vast te stellen dat u daadwerkelijk ziek bent geworden in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020. U kon deze uploaden in het vakje bij het medisch onderzoeksverslag/medische rapportage.

Let daarbij wel op: omdat uw medisch onderzoeksverslag ontbreekt, moest u wel een (extra) verklaring van uw arts uploaden.

Heeft u vragen over de documenten van het UWV of kunt u ze niet vinden? Neem dan contact op met het UWV. Zij kunnen u verder helpen bij het verkrijgen van deze documenten.

Soms komt de eerste ziektedag op de WIA-beslissing niet overeen met de datum van uw eerste ziekmelding door COVID-19 op het werk. Bijvoorbeeld omdat u langer heeft doorgewerkt en pas later met ziekteverschijnselen uitviel. 

U kon dit in het aanvraagformulier aangeven en verwijzen naar passages in documenten die dit ondersteunen, zoals de sociaal medische beoordeling of een verklaring van een (bedrijfs)arts. Een behandelaar van DUS-I zal vervolgens telefonisch contact met u opnemen, om de aanvraag met u te bespreken.

Nee, u mag een arts vragen die bekend is met uw langdurige post-COVID klachten. Dat kan bijvoorbeeld uw huisarts of toenmalige bedrijfsarts zijn. De enige voorwaarde is dat uw arts BIG-geregistreerd staat. Dat is het register in Nederland waar alle artsen in geregistreerd moeten staan om hun vak uit te oefenen.

Als de juiste Cas-code (605 of 606) of diagnose niet in uw sociaal-medische beoordeling staat en u uw arts wil de verklaring niet afgeven, dan is uw aanvraag niet compleet. Staat deze Cas-code of diagnose wél in uw sociaal-medische beoordeling? Dan is uw aanvraag wel compleet.

Als uw zorgaanbieder de verklaring niet wil afgeven omdat de punten op de verklaring niet kunnen worden bevestigd, kunnen de onduidelijkheden rond de aard van de functie niet worden opgehelderd. Het kan hierdoor zijn dat u niet binnen de criteria valt.

In dat geval mag de tekenbevoegde van de militair geneeskundige dienst de verklaring ondertekenen.

U hoeft niets te doen. Wij nemen uw aanvraag in behandeling en nemen contact met u op als wij merken dat bepaalde documenten ontbreken of onjuist zijn om uw aanvraag te kunnen beoordelen.

Het is mogelijk dat u nog wacht op bepaalde documenten, zoals de sociaal-medische beoordeling van het UWV. Wij adviseren u nadrukkelijk om in dat geval toch een aanvraag in te dienen vóór 23 september om 12.00 uur. Daarna is het namelijk niet meer mogelijk om een aanvraag in te dienen.

U kon in het aanvraagformulier een leeg document uploaden in plaats van het document dat u nog mist. Op deze manier kan DUS-I uw aanvraag alvast in behandeling nemen. Tijdens de behandeling zal worden vastgesteld dat uw aanvraag niet compleet is. U krijgt vervolgens een bericht dat u nog 2 weken de tijd heeft om uw aanvraag compleet te maken.

U kunt de brief met het besluit terugvinden in Mijn DUS-I onder 'Mijn berichten'. Log in met DigiD om dit bericht te kunnen zien.

Het kan zijn dat de brief niet volledig zichtbaar is als u deze opent. U kunt proberen om de brief te downloaden en daarna te openen. De brief zou 3 bladzijdes moeten bevatten. Kunt u de brief nog steeds niet (helemaal) zien? Neem dan contact met ons op.

Het bezwaarschrift stuurt u via e-mail naar WJZ.bezwaarenberoep@minvws.nl, bij voorkeur met een ingescande handtekening. Stuurt u het bezwaarschrift per e-mail zonder ondertekening? Dan moet u misschien op een later moment aantonen dat u bevoegd bent om het bezwaar in te dienen.

U kunt uw bezwaarschrift ook per post sturen naar:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken
Postbus 20350
2500 EJ Den Haag

Noem in het bezwaarschrift:

• uw naam en adres
• de datum
• het kenmerk van uw afwijzingsbrief (dit vindt u in de rechter kantlijn)
• de reden waarom u het niet eens bent met de beslissing

Vergeet niet om uw bezwaarschrift te ondertekenen en van een datum te voorzien. Stuur een kopie van uw afwijzingsbrief mee met het bezwaarschrift. Vermeld bij al uw correspondentie het referentienummer van uw aanvraag.

De financiële ondersteuning is eenmalig en telt daarom niet mee voor de inkomensbelasting (box 1). Het bedrag wordt wel onderdeel van het vermogen en kan hier belast worden (box 3).

Nee, niet als u een tijdelijke uitzondering aanvraagt voor de vermogenstoets voor toeslagen. De financiële ondersteuning is eenmalig en telt daarom niet mee voor het inkomen. Het telt wel mee in het vermogen. Het kabinet heeft deze regeling tijdelijk uitgezonderd voor de vermogenstoets die geldt voor toeslagen. Die uitzondering geldt sinds 1 januari 2024. Dat is op tijd. Voor toeslagen wordt 1 januari als peildatum gehanteerd. De uitzondering geldt voor 3 jaar.

U kunt de tijdelijke uitzondering sinds 1 januari 2024 aanvragen bij de Dienst Toeslagen. Dit doet u met het formulier Verzoek bijzonder vermogen toeslagen. De Dienst Toeslagen vraagt om een bewijs van uw ”bijzondere vermogen”. De brief van DUS-I waarin staat dat uw aanvraag voor de financiële ondersteuning is toegekend, kunt u meesturen als bewijs. Deze brief ontvangt u van ons zodra uw aanvraag is goedgekeurd.

Nee. De financiële ondersteuning is eenmalig en telt daarom niet mee voor het inkomen. Het is dus ook geen onderdeel van het SV-loon.

Nee. Gemeenten worden in de Participatiewet verplicht om de financiële ondersteuning buiten beschouwing te laten bij de bepaling van het eigen vermogen voor de bijstand. Wij adviseren u de gemeente te informeren dat u deze financiële ondersteuning heeft ontvangen.

De financiële ondersteuning is eenmalig en telt daarom niet mee voor het inkomen. Het telt wel mee in het vermogen. Het kabinet werkt aan een tijdelijke uitzondering voor de vermogenstoets die geldt voor deze eigen bijdragen. Die uitzondering geldt sinds 1 januari 2024.

Het CAK int de eigen bijdragen voor de Wlz en de Wmo. Sinds 1 januari 2024 kunt u via de website van het CAK de vermogensuitzondering aanvragen.