Voor de nulmeting is het van belang dat deze is uitgevoerd tussen januari 2023 tot uiterlijk 30 november 2023. U hoeft de nulmeting niet exact samen te laten vallen met het ingaan van de subsidie. Wij raden u wel aan gebruik te maken van de meest recente data. Het is dus mogelijk om gebruik te maken van al bestaande middelen voor de nulmeting.
Het belangrijkste criterium van de nulmeting en monitoring is dat op leerling- en schoolniveau een ontwikkeling moet kunnen worden aangetoond, op in ieder geval taal en rekenen/wiskunde. Bedenk hierbij dat het een subsidievoorwaarde is om geanonimiseerde leerlinggegevens te delen voor onderzoek.
Voor het primair onderwijs kan gebruik worden gemaakt van de leerlingvolgsystemen van Cito, ESIS, en ParnasSys. De lvs-toetsen in het primair onderwijs die gebruikt kunnen worden, zijn de toetsen van Boom, Cito, Diataal en IEP. Voor het voortgezet onderwijs kunt u gebruik maken van de volgende bronnen: Bureau ICE, Cito, Diataal, Magister, Somtoday en TIG.
Uw school mag ook andere schooleigen toetsen, objectieve toetsen of leerlingvolgsystemen gebruiken om de nulmeting te doen en de voortgang van leerlingen te meten. Zolang deze op de eigen school is afgenomen en ermee op leerlingenniveau een groei in vaardigheidsscores kan worden aangetoond op in ieder geval taal en rekenen/wiskunde.
U bent verplicht om een nulmeting uiterlijk 30 november uit te voeren. Het monitoren doet u gedurende de looptijd van de subsidie (1 september 2023 tot en met 31 juli 2025). In ieder geval 1 keer per jaar meet u de prestaties van de leerlingen met hetzelfde systeem waarmee u de nulmeting heeft uitgevoerd. De monitoring kunt u aan de hand van de gekozen methode voor de nulmeting zonder al te veel moeite uitvoeren. De monitoring is voor uw organisatie interessant, omdat het inzicht geeft of en wanneer de gekozen activiteiten resultaat opleveren. Dit inzicht helpt u ook bij de vraag of het verstandig is om activiteitentijdens de subsidieperiode nog bij te sturen.