Opleidingen die ondernemingen (laten) geven om te voldoen aan bindende nationale opleidingsnormen vallen buiten de reikwijdte van de subsidieregeling. Voor steun verstrekt op basis van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), zoals subsidies in het kader van deze subsidieregeling, moet sprake zijn van een stimulerend effect. Als een opleiding verplicht is en sowieso moet worden gevolgd, ongeacht de mogelijkheid van subsidie, ontbreekt het stimulerend effect.
Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat het van geval tot geval zal verschillen of er sprake is van een nationaal bindende opleidingsnorm en een stimulerend effect. Hieronder volgen een aantal handvatten om te bepalen of er (mogelijk) sprake is van een opleiding die bedoeld is om te voldoen aan een nationaal bindende opleidingsnorm:
- Als het bijvoorbeeld gaat om een opleidingsactiviteit die verplicht is in het kader van wettelijke voorschriften, dan is er sprake van landelijke eisen die worden gesteld en is een opleidingsactiviteit in het kader hiervan niet subsidiabel. Hier valt bijvoorbeeld te denken aan landelijke eisen op het gebied van opleiden die noodzakelijk zijn om BIG-geregistreerd te blijven. Het gaat dan om opleidingen of cursussen die worden gevolgd om BIG-geregistreerd te blijven en te voldoen aan wettelijke voorschriften. Zie stap 3a van de beslisboom.
- In het geval van opleidingsactiviteiten om te voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen, is de vraag van belang of deze kwaliteitsnormen voortvloeien uit intern beleid van de instelling of dat dit eisen zijn die anderszins verplicht zijn. In het laatste geval is waarschijnlijk sprake van bindende nationale opleidingsnormen. Zie stap 3a en 3b van de beslisboom.
- Een opleidingsactiviteit als onderdeel van een opleiding of landelijke geldende beroepsaccreditatie kan op zichzelf worden beschouwd als een opleiding/training of cursus in het kader van bindende nationale opleidingsnormen. Maar als een dergelijke opleidingsactiviteit wordt aangeboden door de werkgever om zijn personeel te bekwamen in nieuwe vaardigheden zonder een externe verplichting hiertoe, dan zou zo’n opleidingsactiviteit wel een stimulerend effect kunnen hebben en daarmee subsidiabel kunnen zijn onder deze subsidieregeling. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een cursus om extra handelingen te kunnen uitvoeren bovenop wat een zorgprofessional al bekwaam is om te doen. Zie stap 3b van de beslisboom.
Om te bepalen of een opleidingsactiviteit in aanmerking komt voor subsidie via deze regeling, adviseren wij om de beslisboom te volgen. Geef bij twijfel een schriftelijke motivering om de gevolgde stappen van de beslisboom en het standpunt te onderbouwen. Deze motivering kunnen wij ook opvragen bij de beoordeling.