Vragen en antwoorden
Op deze pagina vindt u vragen en antwoorden over de regeling Specifieke uitkering transformatiemiddelen IZA 2024-2027.
Ja. Het ministerie van VWS roept juist partijen uit verschillende zorgdomeinen op om met elkaar transformatieplannen op te stellen, omdat we geloven dat partijen juist met dit soort integrale plannen de benodigde transformatie kunnen realiseren. De beoordeling van de transformatieplannen wordt gedaan door de twee marktleidende zorgverzekeraars in een regio op basis van afspraken in het (door alle IZA-partijen vastgestelde) Beoordelingskader Impactvolle zorgtransformaties en inzet transformatiemiddelen.
Zorgverzekeraars kunnen dus ook transformatieplannen goedkeuren waaraan gemeenten, Wlz-aanbieders en aanbieders in het sociaal domein meedoen. Zorgverzekeraars kunnen gemeenten, Wlz-aanbieders en aanbieders in het sociaal domein niet rechtstreeks financieren (zoals zij dat wel kunnen bij Zvw-aanbieders). Het uitkeren van middelen aan gemeenten zal plaatsvinden via de SPUK transformatiemiddelen IZA 2024-2027.
Omdat gemeenten en aanbieders in het sociaal domein niet via het Zorgverzekeringsfonds gefinancierd kunnen worden, is deze regeling opgesteld. Op grond van deze regeling kunnen gemeenten aanspraak maken op de transformatiemiddelen. Hiervoor is een regulier goedgekeurd transformatieplan met andere Zvw- en/of Wlz-partijen in de regio nodig. Er is dus geen apart transformatieplan voor gemeenten en/of het sociaal domein nodig. De regeling SPUK transformatiemiddelen IZA 2024-2027 is alleen bedoeld voor de financiering aan gemeenten en partijen in het sociaal domein.
Ongeveer €2,4 miljard is beschikbaar voor de financiering van goedgekeurde (regionale) transformatieplannen in alle sectoren. Op deze totale €2,4 miljard kan iedereen aanspraak maken die een plan heeft ontwikkeld dat beoordeeld wordt als impactvolle transformatie en voldoet aan de criteria.*
Op pagina 18 van het IZA staat dat €1,4 miljard van de genoemde €2,4 miljard geoormerkt is voor de sectoren medisch-specialistische zorg, ggz, wijkverpleging, huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, naar rato van omvang van de sector. Dit leidt tot de volgende verdeling:
- Medisch-specialistische zorg: €940 miljoen
- Ggz: €160 miljoen
- Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg: €160 miljoen
- Wijkverpleging: €140 miljoen
Oormerking per sector is met name bedoeld om te garanderen dat minimaal een bepaald bedrag aan transformatiemiddelen per sector beschikbaar is, op voorwaarde dat daar goedgekeurde plannen tegenover staan. Zo wordt gestimuleerd dat niet één of twee sectoren alle transformatiemiddelen gebruiken, maar dat alle sectoren hierop aanspraak kunnen maken. De toekenning van geoormerkte bedragen per sector wordt gemonitord en eventueel bestuurlijk bijgestuurd.
Gemeenten en het sociaal domein kunnen deelnemen aan transformatieplannen in alle sectoren. Een transformatieplan kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het oprichten van een laagdrempelig steunpunt ggz of op een samenwerking tussen medisch-specialistische zorg en een inloopvoorziening rondom informele hulp bij kanker.
* Van de € 2,8 miljard die beschikbaar is gesteld tijdens de looptijd van het IZA, is ongeveer €400 miljoen bestemd voor landelijke IZA-afspraken waarvan bekostiging via VWS logischer is dan via zorgverzekeraars.
Deze regeling heeft een relatief laag budget. De reden hiervoor is dat het aantal aanvragen en hoogte van aanvragen lastig te voorspellen is. Dit terwijl geld voor de SPUK uit de pot van €2,4 miljard dat niet gebruikt wordt, zou terugvloeien naar de algemene VWS-begroting en daarmee niet meer gebruikt kan worden voor transformatieplannen.
Het budget zal wel tussentijds verhoogd worden als duidelijk wordt dat het niet meer toereikend is voor ingediende of in te dienen aanvragen. Voorwaarde is dan wel dat in de totale pot van circa €2,4 miljard in het Zorgverzekeringsfonds voldoende geld beschikbaar is.
Omdat het voor zorgverzekeraars niet mogelijk is om gemeenten en aanbieders in het sociaal domein rechtstreeks te financieren, is een SPUK-aanvraag noodzakelijk. De extra administratieve lasten die een SPUK-aanvraag met zich meebrengt, zijn zo laag mogelijk gehouden. Ook is de beslistermijn van DUS-I met maximaal 10 weken korter dan de gebruikelijke 13 weken.
Meer informatie
Staat uw vraag er niet tussen? Bekijk de regeling [link] of neem contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.