Voorbeeldberekening
Op deze pagina leest u hoe het voorschot meerkosten 2022 en het voorschot meerkosten 2023 worden berekend voor de regeling Specifieke uitkering meerkosten energie openbare zwembaden. Ook leest u met welke berekening de specifieke uitkering wordt vastgesteld.
Dit is een fictief voorbeeld over een gemeente met 1 openbaar zwembad. Dit zwembad heeft een gasaansluiting en een elektriciteitsaansluiting.
Berekening voorschot meerkosten 2022
Het voorschot meerkosten 2022 wordt berekend met de volgende formule:
((gerealiseerde energiekosten 2022) – (referentietarief 2019 x energieverbruik 2022)) x 0,7
Deze berekening geldt voor iedere energiesoort (gas, elektriciteit, stadswarmte) die het zwembad gebruikt.
Het zwembad had het volgende energieverbruik in 2022:
- Gas: 300.000 m3
- Elektriciteit: 700.000 kWh
De gerealiseerde energiekosten in 2022 (het bedrag dat een openbaar zwembad daadwerkelijk heeft betaald voor het energieverbruik 2022, inclusief energiebelasting en opslag duurzame energie en exclusief netbeheerkosten, meetdiensten en omzetbelasting) zijn als volgt:
- Gas: €625.000
- Elektriciteit: €375.000
Referentietarieven 2019:
- Gas: €0,22 per m3
- Elektriciteit: €0,044 per kWh
- Stadswarmte: €21,49 per GJ
Voorschot meerkosten 2022:
((€625.000 + €375.000) – (€0,22 x 300.000 + €0,044 x 700.000)) x 0,7 = €632.240
Berekening voorschot meerkosten 2023 (per kwartaal)
Het voorschot meerkosten 2023 wordt per kwartaal berekend met de volgende formules:
- Eerste kwartaal 2023:
((¼ x energieverbruik 2022) x (modeltarief 2023 – referentietarief 2019)) x 0,6 - Tweede kwartaal 2023:
((¼ x energieverbruik 2022) x (modeltarief 2023 – referentietarief 2019)) x 0,5 - Derde kwartaal 2023:
((¼ x energieverbruik 2022) x (modeltarief 2023 – referentietarief 2019)) x 0,4 - Vierde kwartaal 2023:
((¼ x energieverbruik 2022) x (modeltarief 2023 – referentietarief 2019)) x 0,3
Deze berekening geldt voor iedere energiesoort (gas, elektriciteit, stadswarmte) die het zwembad gebruikt.
Modeltarieven 2023:
- Gas: €3,01 per m3
- Elektriciteit: €0,74 per kWh
- Stadswarmte: €75,13 per GJ
Let op: U vraagt voor een openbaar zwembad alleen een voorschot aan als u verwacht dat het gemiddelde energietarief hoger is dan het referentietarief.
Voorschot meerkosten eerste kwartaal 2023
In dit voorbeeld wordt alleen het voorschot meerkosten eerste kwartaal 2023 berekend. We gebruiken dezelfde gegevens als voor de berekening van het voorschot meerkosten 2022, en daar wordt het modeltarief 2023 aan toegevoegd.
Voorschot meerkosten eerste kwartaal 2023:
((¼ x 300.000) x (€3,01 – €0,22) + (¼ x 700.000) x (€0,74 – €0,044)) x 0,6 = €198.630
Vaststelling
Wanneer is voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen van de specifieke uitkering, wordt deze vastgesteld op maximaal:
- Het voorschot meerkosten 2022, en
- De daadwerkelijke meerkosten 2023 (als de daadwerkelijke meerkosten 2023 lager zijn dan het voorschot meerkosten 2023), of
- Het voorschot meerkosten 2023 (als de daadwerkelijke meerkosten 2023 gelijk aan of hoger zijn dan het voorschot meerkosten 2023).
De daadwerkelijke meerkosten 2023 worden per kwartaal berekend aan de hand van de volgende formules:
- Eerste kwartaal 2023:
((¼ x gerealiseerde energiekosten 2023) – (referentietarief 2019 x ¼ x energieverbruik 2023)) x 0,6 - Tweede kwartaal 2023:
((¼ x gerealiseerde energiekosten 2023) – (referentietarief 2019 x ¼ x energieverbruik 2023)) x 0,5 - Derde kwartaal 2023:
((¼ x gerealiseerde energiekosten 2023) – (referentietarief 2019 x ¼ x energieverbruik 2023)) x 0,4 - Vierde kwartaal 2023:
((¼ x gerealiseerde energiekosten 2023) – (referentietarief 2019 x ¼ x energieverbruik 2023)) x 0,3
Deze berekening geldt voor iedere energiesoort (gas, elektriciteit, stadswarmte) die het zwembad gebruikt.
Scenario's
Beide vaststellingsscenario’s worden uitgewerkt aan de hand van het hiervoor genoemde fictieve voorbeeld.