Vragen en antwoorden
Op deze pagina vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over School en omgeving 2023-2025.
Algemeen
Heeft u vragen over de regeling, het subsidieproces of het aanvraagformulier? Bijvoorbeeld vragen over:
- Subsidievoorwaarden
- Subsidiabele activiteiten
- Subsidieverplichtingen
- Aanvraagproces
- Verantwoording en eindverslag
Neem dan contact op met DUS-I. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.
Voor vragen over de ontwikkelingen en uitvoering van het programma kunt u terecht bij uw regiocoördinator van de Gelijke Kansen Alliantie. Bijvoorbeeld als u ondersteuning nodig heeft bij het plan van aanpak.
Dit is toegestaan zolang het aanvullende aanbod niet de plaats inneemt van reguliere onderwijstijd. Een uur aanbod kan niet zowel als onderwijstijd als buitenschools aanbod meetellen.
In de toelichting op de regeling in artikel 5 onder het kopje ‘coalitie’ staat inderdaad dat wijzigingen op het Convenant Rijke Schooldag met een addendum kunnen worden doorgegeven aan DUS-I. Bij het melden van de coalitie (stap 1) kunt u eventuele nieuwe A-vestigingen die aan de coalitie worden toegevoegd doorgegeven. Voor de bestaande coalities zijn de huidige deelnemende vestigingen al bekend en deze hoeven niet opnieuw te worden aangemeld. Na de aanmelding van de coalitie ontvangen de bestaande coalities een bericht met een overzicht van de vestigingen zoals bekend bij DUS-I. De nieuwe coalities zien hun aanmelding terug in het aanvraagformulier. Wijzigingen van coalitiepartners tijdens de activiteitenperiode moet u via het wijzigingsformulier aan DUS-I doorgegeven.
Wijzigingen kunt u doorgegeven via het aanvraagformulier voor de subsidieaanvraag of via het contactformulier. In de toelichting bij de regeling staat dat u via een addendum wijzigingen in de coalitie kunt opgeven. Wijzigingen in de coalitie hoeft u niet door te geven via een addendum.
Ja, een lokale coalitie mag bestaan uit een of meer gemeente(n).
Andere OCW-subsidies mogen niet worden ingezet voor School en omgeving. Wij stimuleren en adviseren de coalities en scholen wel om de financiering van het aanbod deels aan te vullen met andere financieringsbronnen, zoals gemeentelijke middelen. In de toelichting bij de oorspronkelijke regeling onder het kopje 'Cofinanciering' staat per abuis dat coalities naast deze subsidie bijvoorbeeld de werkdrukmiddelen en een deel van de OCW-subsidie Verbetering basisvaardigheden mogen gebruiken om een aanbod neer te zetten. Dat is dus niet juist.
Ja, maar de uren voor activiteiten om een verrijkte schooldag aan te bieden mogen scholen niet meerekenen als onderwijstijd (de wettelijke lesuren waar een leerling recht op heeft). Activiteiten kunnen bijvoorbeeld in de ochtend, tussen de middag of na school worden aangeboden. Deze mogen alleen niet worden geteld als wettelijke onderwijstijd.
Het kan dus zijn dat het aanbod voor een verrijkte schooldag binnen de reguliere schooluren valt. De school moet dan wel in staat zijn om op andere momenten aan de wettelijke onderwijstijd te voldoen.
Wettelijk kader onderwijstijd in het basisonderwijs
Leerlingen moeten in de 8 schooljaren van het basisonderwijs minimaal 7.520 uren onderwijs krijgen. Verder moeten leerlingen in de eerste 4 schooljaren (onderbouw) minimaal 3.520 uur onderwijs krijgen. In de laatste 4 schooljaren (bovenbouw) is dit 3.760 uur. Scholen mogen naar eigen inzicht 240 uur verdelen over de onder- en bovenbouw zodat het totaal uitkomt op 7.520 uur.
Wettelijk kader onderwijstijd in het voortgezet onderwijs
Middelbare scholen hebben veel ruimte om zelf, in overleg met de medezeggenschapsraad, de onderwijstijd in te vullen en te spreiden. De urennormen in het voortgezet onderwijs zijn niet per leerjaar en per leerling, maar gelden voor de hele opleiding. Elke leerling moet een programma kunnen volgen van:
- 3.700 uur voor het vmbo
- 4.700 uur voor de havo
- 5.700 uur voor het vwo
Meer informatie over onderwijstijd en schooltijden vindt u op de website van de rijksoverheid.
In de regeling wordt de term ‘klokuur’ gebruikt. Een klokuur is een heel uur, dus 60 minuten. Een activiteit van 30 minuten wordt dus geregistreerd als 0,5 uur, en drie kwartier als 0,75 uur.
Scholen mogen alleen een vrijwillige bijdrage vragen voor een activiteit die door en onder de verantwoordelijkheid van de school wordt georganiseerd. Dit geldt voor alle activiteiten die scholen binnen of buiten schooltijd organiseren. De bijdrage is vrijwillig, dus ouders beslissen zelf of zij de bijdrage betalen. Kinderen mogen ook aan de activiteit meedoen als hun ouders de bijdrage niet betalen. Meer informatie over de vrijwillige ouderbijdrage vindt u op de website van de rijksoverheid.
Scholen die deze subsidie ontvangen, moeten een kwaliteitsplan hebben als onderdeel van een kwaliteitscyclus (bijvoorbeeld Plan, Do, Check, Act). Een kwaliteitsplan beschrijft het kwaliteitsbeleid en hoe aan de kwaliteit wordt gewerkt en deze wordt verbeterd. In dit geval voor een verrijkte schooldag.
Veel scholen werken al met een kwaliteitsplan. Als onderdeel van de kwaliteitscyclus kan de school bijvoorbeeld een monitor inrichten waarmee de voortgang wordt bijgehouden. Ook kunnen een veiligheidsplan of pedagogische didactische visie, bevoegdheden en verantwoordelijkheden onderdeel van het plan zijn. Het is vooral belangrijk dat het gesprek over het waarborgen van kwaliteit in de coalities zelf plaatsvindt. Aan het eind van de subsidieperiode moet op een publieke toegankelijk plek, zoals een website van de school of de coalitie, een kwaliteitsplan zijn gepubliceerd. Met de verantwoording in het eindverslag wordt aan DUS-I de vindplaats van het plan doorgegeven. Het format is vrij, maar op veel scholen is het al gebruikelijk om een Plan, Do, Check, Act cyclus te gebruiken. Het ministerie van OCW ontwikkelt momenteel samen met de voorlopers en wetenschappers een handreiking met goede voorbeelden, om coalities en scholen hierbij te ondersteunen.
De meeste schoolbesturen hebben een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle scholen. Vaak staat in de polis dat deze van kracht is tijdens schooluren, tijdens evenementen in schoolverband en tijdens het rechtstreeks van huis naar school gaan en omgekeerd. Het aanbieden van aanvullend aanbod door en/of op school zou daarmee gedekt kunnen worden door de verzekering. U kunt bij uw schoolbestuur of bij de verzekeraar navragen of dit voor uw school ook het geval is.
De schoolweging is een instrument van de Inspectie van het Onderwijs om de leerresultaten te beoordelen. De inspectie gebruikt hierbij het gemiddelde van 3 schooljaren aan de hand van de leerlingenpopulatie. Het ministerie gebruikt de onderwijsachterstandenindicatoren die door het CBS zijn ontwikkeld. De onderwijsachterstandsscores drukken de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan het ministerie van OCW het onderwijsachterstandenbudget (oab-budget) over scholen kan verdelen. Voor de subsidieregeling worden de relatieve oab-scores gebruikt, waarbij gecorrigeerd wordt voor schoolgrootte. Hierbij is een peildatum gehanteerd om zeker te weten dat de oab-scores op dat moment overeenkwamen met de leerlingtellingen van de school.
Bijles en trainingen voor de eindtoets of examentraining mogen geen deel uitmaken van het programma verrijkte schooldag. Huiswerkbegeleiding mag wel deel uitmaken van het programma.
Bijles is vakspecifieke ondersteuning. Bijles is aan de orde als een leerling een achterstand heeft in een vak of extra ondersteuning nodig heeft om de inhoud van het vak te begrijpen en de onderwijsprestaties te verbeteren. Bijles kan geen deel uitmaken van het programma verrijkte schooldag, omdat dit tot doel heeft om talenten te ontwikkelen en niet om onderwijs te geven.
Bijles verschilt van bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding, waarbij leerlingen ondersteuning krijgen bij het plannen en uitvoeren van het huiswerk. Huiswerkbegeleiding omvat vaak het opstellen van een individueel handelingsplan met concrete doelstellingen, het bieden van ondersteuning bij de studievaardigheden, etc. Deze vorm van begeleiding valt wel onder het programma verrijkte schooldag, omdat uit de praktijk blijkt dat juist deze begeleiding belangrijk is voor het ontdekken en verder ontwikkelen van talent.
Meestal bestaat examentraining uit een of meer dagen intensieve examenvoorbereiding op een vak, voorafgaand aan de centrale eindexamens. Examentraining kan geen deel uitmaken van het programma verrijkte schooldag, omdat dit een minimale bijdrage levert aan consistente talentontwikkeling.
Subsidie aanvragen
Nee. Alleen scholen met de relatief hoogste achterstandsscore (A-vestigingen) of scholen uit de huidige coalities School en omgeving (B-vestigingen) komen in aanmerking voor deze subsidie.
De regeling is bedoeld voor de scholen waar de nood het hoogst is. Om dit te bepalen zijnde onderwijsachterstandsscores gebruikt. Juist deze leerlingen zijn extra kwetsbaar en hebben ook buiten schooltijd een aanvullend aanbod nodig. Door extra buitenschoolse activiteiten aan te bieden aan kinderen en jongeren die daar vanwege hun thuissituatie of de plek waar ze wonen vaak minder toegang toe hebben, worden hun kansen in het onderwijs en hun verdere loopbaan vergroot.
U geeft in de aanvraag zelf aan voor hoeveel leerlingen u de subsidie aanvraagt. U geeft in de aanvraag het gemiddelde aantal leerlingen op die per week deelneemt aan het aanvullende aanbod. Zie ook de handleiding.
Het is belangrijk dat de coalitie als geheel en gezamenlijk het plan van aanpak zal uitvoeren. Elke coalitie maakt 1 plan van aanpak. Dit noemen we het activiteitenplan. De regievoerder stuurt het activiteitenplan mee bij de aanvraag als onderdeel van het aanvraagformulier. Is er sprake van een bestaande coalitie? Dan kunt u het activiteitenplan dat is ingediend bij de aanvraag via de subsidieregeling School en omgeving 2022-2023 als basis gebruiken en eventueel aanpassen.
Het plan van aanpak bevat in ieder geval de volgende informatie:
- De contactgegevens van de regievoerder
- Het geschatte totaal aantal leerlingen dat deelneemt aan activiteiten in de lokale coalitie
- De visie en doelen van het programma verrijkte schooldag waarvoor de coalitie subsidie aanvraagt
- Naar welk aanbod, welke ontwikkelgebieden en naar welke kwaliteit de coalitie streeft
- De activiteiten die de coalitie uitvoert om de doelen te bereiken
- De procesafspraken
Bent u een nieuwe lokale coalitie? Dan vermeldt u ook:
- De samenwerkende partijen die deelnemen aan de lokale coalitie
- De naam van een contactpersoon
- De naam van de organisatie
- Het e-mailadres van de organisatie
- Indien beschikbaar het RIO geïdentificeerde nummer
Wordt er een categorie A-vestiging toegevoegd aan uw bestaande coalitie? Dan vermeldt u ook:
- De naam van de vestiging
- De naam van een contactpersoon
- Het e-mailadres van de vestiging
- Het RIO geïdentificeerde nummer
Categorie A- of B-vestigingen
Om te bepalen of er sprake is van een categorie A-vestiging is een analyse van de scholen gemaakt. Hierbij is gekeken naar waar de nood het hoogst is. Voor het primair en het voorgezet onderwijs is hierbij de achterstandsscore gebruikt zoals berekend door het CBS. Met de achterstandsscore zonder drempel en het aantal leerlingen van een schoolvestiging is een relatieve achterstandsscore berekend. Vervolgens zijn de vestigingen met de hoogste relatieve achterstandsscore geselecteerd. Samen hebben zij 10% van het totaal aantal leerlingen. De relatieve achterstandsscore betekent dat de score van een school gedeeld is door het aantal leerlingen op een school. De lijst is gebaseerd op deze vestigingen met de 10% hoogste relatieve score.
Voor het primair onderwijs is de selectie gebaseerd op de achterstandsscores van 1 februari 2022. Die zijn op 24 maart 2023 gepubliceerd door het CBS.
Voor het voortgezet onderwijs is bij de selectie uitgegaan van de achterstandsscores die ook voor het Nationaal programma onderwijs zijn gebruikt. Deze scores zijn op 8 april 2022 gepubliceerd door het CBS.
Voor het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs is voor de selectie gebruik gemaakt van het relatief hoogste aantal leerlingen op een vestiging met een niet-Nederlandse culturele achtergrond. Deze selectie is gemaakt op basis van de telling van 1 februari 2022, gepubliceerd op 24 maart 2023.
In de bijlages van de regeling vindt u de lijsten met schoolvestigingen die onder categorie A-vestigingen en categorie B-vestigingen vallen:
Op deze manier worden nog gerichter kinderen en jongeren bereikt die het extra buitenschools aanbod het hardst nodig hebben. Door meer subsidie te geven voor deze leerlingen worden eventuele financiële belemmering verlaagd bij scholen om dit extra aanbod samen met de lokale partijen te organiseren.
Bent u onderdeel van een bestaande coalitie die via de regeling School en omgeving 2022-2023 is aangeduid als voorloper of doorgroeier? Dan bent u een categorie B-vestiging en komt u in aanmerking voor subsidie. Heeft u als starter subsidie gekregen? Dan komt u in aanmerking voor subsidie als u vóór 8 maart 2024 een activiteitenplan heeft opgesteld en het convenant op een publiek toegankelijke plaats heeft gepubliceerd. Let op: Starters die vóór 8 maart 2024 geen activiteitenplan hebben opgesteld en een convenant hebben gepubliceerd, komen niet in aanmerking voor subsidie.
Voor een categorie B-school geldt een standaardaanvraag van 10 uur en een resultaatverplichting van 5 uur. Voor een categorie A-school is de resultaatverplichting gelijk aan het aantal aangevraagde uren. Dit leidt tot een flexibele keuze in het aantal uren waarvoor kan worden aangevraagd, tot een maximum van 10 uur. In de praktijk betekent dit dat een aanvraag als categorie A-school meer subsidie oplevert wanneer deze 6 uur of meer bedraagt. Daarnaast heeft een school die op deze manier haar aanvraag aanpast, ook de mogelijkheid om haar leerlingenaantallen aan te passen.
Bij de eindverantwoording moet de schoolvestiging een urenverantwoording aanleveren voor twee losse schooljaren. Maak hierbij gebruik van de verantwoordingstool, deze kan worden opgevraagd door een mail te sturen naar rso@minvws.nl.
Groeimodel en resultaatverplichting
Ja, het groeimodel is verplicht voor categorie A schoolvestigingen die in schooljaar 2023-2024 zijn gestart. In de subsidieregeling voor de schooljaren 2023-2025 staat een resultaatverplichting van minimaal 4 uur in het eerste schooljaar en een groeipad van minimaal 1 uur per week van hoe de coalitie jaarlijks wil doorgroeien in aantal uren tot maximaal 10 uur in de toekomst. Dit houdt in dat er in het eerste schooljaar een programma van het opgegeven aantal uren (minimaal 4) wordt gegeven en het tweede schooljaar minimaal 1 uur aan toe wordt gevoegd.
Het is de ambitie om op termijn door te groeien naar een aanbod van 10 uur per week voor de kinderen en jongeren die dit het hardst nodig hebben. Hier is geen einddatum aan gesteld om zo coalities de tijd en ruimte te geven om hier naartoe te werken. In de subsidieregeling voor de schooljaren 2023-2025 is een resultaatverplichting opgenomen van minimaal 5 uur gemiddeld per week voor categorie B-vestigingen, en minimaal 4 uur in het eerste schooljaar en een groeipad voor categorie A-vestigingen.
Scholen die stoppen of fuseren
Het is nog niet bekend hoe het vervolg van de regeling er precies uit komt te zien. U kunt er op dit moment dus niet van uitgaan dat scholen die uit een coalitie stappen in de toekomst gebruik kunnen maken van de subsidie.
Scholen die worden opgeheven, ontvangen geen geld meer van het ministerie van OCW. De lijsten die in de subsidieregeling zijn gepubliceerd zijn de vestigingen waarvoor subsidie is gereserveerd. Hierbij is uitgegaan van een totaal aantal leerlingen. Hierdoor kunnen geen nieuwe schoolvestigingen aan de lijsten worden toegevoegd.
Verantwoording
U verantwoordt aan het einde van schooljaar 2024-2025 aan de hand van de uren-deelname registratie. Wel is het mogelijk dat wij u al eerder vragen naar uw registratie aan de hand van een deelwaarneming (vergelijkbaar met een steekproef). Let op: op basis van de registratie kan subsidie worden teruggevorderd. Het is daarom belangrijk dat u de registratie vanaf het begin goed bijhoudt.
U verantwoordt de uren en leerlingen aan de hand van een uren- en deelnameregistratie. U moet in de verantwoording laten zien dat u het aantal leerlingen en het aantal uren dat u in de aanvraag heeft opgegeven hebt bereikt voor minimaal 55 weken in 2 schooljaren (als u start bij aanvang van schooljaar 2023/2024). Als u start vanaf 1 januari 2024 gaat het om minimaal 40 weken in anderhalf schooljaar. Als u start per 1 augustus 2024 dan gaat het om minimaal 30 weken in een schooljaar.
Op basis van de leerlingen- en urenregistratie wordt subsidie teruggevorderd die u te veel heeft ontvangen. Op zowel de aangeboden uren als de deelnemende leerlingen wordt een marge van 25% toegepast. Wordt er bijvoorbeeld 30% minder uren aangeboden? Dan wordt 5% van het subsidiebedrag over dat schooljaar teruggevorderd. Zie ook het rekenvoorbeeld.
U houdt per week bij welke activiteiten uitgevoerd worden, met daarbij het aantal uur en het aantal leerlingen per activiteit. U ontvangt in oktober (na sluiting van de aanvraagronde) via e-mail een verantwoordingstool waarmee u dit kunt bijhouden.
Meer informatie
Staat uw vraag er niet tussen? Bekijk de regeling of neem contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.
Voor vragen over de ontwikkelingen en uitvoering van het programma kunt u terecht bij uw regiocoördinator van de Gelijke Kansen Alliantie. Bijvoorbeeld als u ondersteuning nodig heeft bij het plan van aanpak.