Vragen en antwoorden
Op deze pagina vindt u vragen en antwoorden over de regeling Onderwijsregio's.
Algemeen
Om de aanvragen op tijd te kunnen beoordelen, is gekozen voor een krap tijdspad. De periode waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd is namelijk van 1 januari tot en met 31 december 2024. Op deze manier ontvangt de penvoerder zo snel mogelijk de subsidie. Deze regeling valt binnen de kaders van wettelijke termijnen.
Na publicatie van de regeling wordt in overleg met de Realisatie Eenheid, onderwijsraden, lerarenopleidingen en beroeps- en vakorganisaties gewerkt aan de toekomstige bekostiging van de onderwijsregio’s. Hier worden ook de opbrengsten uit de onderwijsregio’s in meegenomen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal zo snel mogelijk duidelijkheid geven over het geld voor 2025.
Stuur uw aanvraag voor subsidie in ieder geval vóór de sluitingsdatum van 31 oktober 2023 16.00 uur in. Daarna ontvangt u van ons een onvolledigheidsbericht en krijgt u de gelegenheid de ontbrekende informatie aan te leveren. We raden u aan om uw aanvraag zo compleet mogelijk in te sturen. Maar lukt het u bijvoorbeeld niet om alle handtekeningen voor 31 oktober 2023 16.00 uur te verzamelen? Dien uw aanvraag dan zonder deze handtekening in zodat wij uw aanvraag wel in behandeling kunnen nemen.
Er wordt een steekproef uitgevoerd om het aantal opgegeven studenten en zij-instromers te controleren. Dit om te bepalen of er geen sprake is van dubbeltellingen en daarmee van onrechtmatige uitgaven. Blijkt uit de steekproef dat uit de bijgehouden administratie het aantal studenten en zij-instromers lager is dan is opgegeven in de aanvraag voor subsidie voor een opleidingsschool? Dan wordt het toegekende bedrag naar beneden bijgesteld.
Ook zal in de steekproef worden gecontroleerd of de activiteiten zoals opgenomen in het plan van aanpak RAP-regio of het plan van aanpak Onderwijsregio waarvoor subsidie is verstrekt, zijn uitgevoerd en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn. In het plan van aanpak RAP-regio of het plan van aanpak Onderwijsregio staat hoe de realisatie van de doelen wordt gevolgd en vastgesteld. Aan de hand van deze in het plan van aanpak opgenomen werkwijze kan worden aangetoond dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn uitgevoerd en dat is voldaan aan de subsidieverplichtingen.
Blijkt uit de steekproef dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt gedeeltelijk of niet zijn uitgevoerd en dat er niet is voldaan aan de subsidieverplichtingen? Dan kan het toegekende bedrag naar beneden worden bijgesteld.
Nee, de begroting is geen onderdeel van de subsidieaanvraag en hoefde u dus niet mee te sturen bij uw aanvraag.
Maar de penvoerder onderwijsregio is er wel voor verantwoordelijk dat er een begroting is als onderlegger van de besteding van de subsidie. De begroting geeft per activiteit een overzicht van de geraamde kosten en opbrengsten van de aanvrager.
Kan DUS-I een aanvraag afwijzen?
Heeft u tussen 2 oktober 2023 om 09.00 uur en 31 oktober 2023 om 16.00 uur subsidie aangevraagd, maar is uw aanvraag onvolledig? Dan zal DUS-I aan de penvoerder vragen om het ontbrekende gedeelte alsnog aan te leveren. Als de aanvulling voldoende is, zal DUS-I de aanvraag toekennen. Als de aanvulling niet voldoende is, kan DUS-I de aanvraag afwijzen.
De Realisatie Eenheid is een organisatie die is opgericht door het ministerie van OCW in samenwerking met onderwijsraden en werknemersorganisaties, met de opdracht te zorgen voor de vorming van een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s en hierop regie te voeren.
U kunt contact met de Realisatie Eenheid opnemen via realisatieeenheid@minocw.nl. U kunt ook contact opnemen met de betreffende regiocoördinator.
U kunt hierover contact opnemen met de Realisatie Eenheid via realisatieeenheid@minocw.nl. U kunt ook contact opnemen met de betreffende regiocoördinator.
Voor vragen over subsidie aanvragen voor een onderwijsregio kunt u contact opnemen met DUS-I.
In de lerende aanpak worden de ervaringen van de onderwijsregio’s gebruikt om te leren wat wel en niet werkt. In de lerende aanpak werken de onderwijsregio’s op 3 niveaus: leren voor Nederland (landelijk), leren met elkaar (provinciaal/lokaal) en leren binnen de regio.
Onderwijsregio’s wordt gevraagd om de opgedane ervaringen te delen in kennisdeelsessies. Zo kunnen andere schoolbesturen, lerarenopleidingen en beroeps- en vakorganisaties hiervan leren.
Daarbij gaat het om zaken als hoe de beroepsgroep deelneemt in de regio, de afbakening van regio’s, hoe andere belanghebbenden (zoals gemeenten) worden betrokken, hoe bestuurlijke samenwerking en financiering kunnen worden ingericht, en hoe toetsbare resultaatafspraken en regionale arrangementen kunnen worden geformuleerd.
Onderwijsregio’s
De landelijke onderwijsregio voor het groen onderwijs krijgt een vast subsidiebedrag en is daarmee een uitzondering. Dit komt omdat tweedegraads leraren voor het groene beroepsonderwijs in het vmbo of een specifiek groen vak in het mbo, alleen worden opgeleid op de lerarenopleiding van Aeres Hogeschool in Wageningen. Als het gaat om docenten in de avo-vakken, dan werkt het groene beroepsonderwijs in het vmbo en middelbaar beroepsonderwijs weer samen met andere lerarenopleidingen en kunnen ze wel degelijk samenwerken met andere scholen in de regio.
Het aantal leerlingen en mbo-studenten van de vestigingen binnen de landelijke onderwijsregio voor het groen onderwijs is niet uitgesplitst naar leerlingen en mbo-studenten in het groen onderwijs en leerlingen en mbo-studenten in de andere vakken. De studenten en leerlingen volgen immers zowel groene vakken als avo-vakken. Om dubbele bekostiging te voorkomen is gekozen voor een maximaal subsidiebedrag van €425.000 voor de landelijke onderwijsregio voor het groen onderwijs.
In veel gevallen zullen dit twee verschillende aantallen zijn.
Het aantal studenten en zij-instromers dat een opleidingsschool op 1 juli 2023 heeft doorgegeven aan DUO is het totaal aantal studenten en zij-instromers van een betreffende opleidingsschool dat is opgeleid in 2022-2023 en niet het aantal studenten en zij-instromers binnen een onderwijsregio.
Het gaat in de aanvraag voor een onderwijsregio om het aantal studenten en zij-instromers dat is opgeleid op de vestigingen van de opleidingsscholen en aspirant-opleidingsscholen binnen een onderwijsregio in schooljaar 2022-2023.
Het kan zijn dat er meerdere opleidingsscholen en aspirant-opleidingsscholen binnen een onderwijsregio zijn. Ook kan het zijn dat een opleidingsschool is opgesplitst en dat een aantal vestigingen van een opleidingsschool is overgegaan naar een onderwijsregio en een aantal vestigingen van een opleidingsschool apart verder gaat in 2024. Alleen als slechts één gehele opleidingsschool onderdeel wordt van een onderwijsregio en als deze opleidingsschool volledig overgaat naar de onderwijsregio, zullen beide aantallen precies gelijk zijn.
Het totaal aantal studenten en zij-instromers binnen alle vestigingen van een opleidingsschool is gelijk aan het aantal dat op 1 juli 2023 is doorgegeven aan DUO.
In 2023 zijn er 119 (aspirant-)opleidingsscholen met gemiddeld 277 studenten per (aspirant-)opleidingsschool met een minimum van 60. Er komen uiteindelijk minder onderwijsregio’s dan dat er nu (aspirant-)opleidingsscholen zijn. Dit betekent ook dat het aantal studenten en zij-instromers per onderwijsregio’s zal stijgen.
Gemeenten kunnen als partij deelnemen aan een onderwijsregio, maar u kunt hiervoor geen extra subsidie aanvragen. Deelname van een gemeente is geen verplichting. De gemeente hoeft de aanvraag dan ook niet te ondertekenen.
Nee. Niet-bekostigde besturen kunnen niet deelnemen aan een subsidieaanvraag. Het gaat om de gezamenlijke aanpak van het personeelstekort in het bekostigde onderwijs. Daarom kunnen alleen bekostigde besturen deelnemen in een aanvraag.
Om dubbele financiering te voorkomen is het als vestiging niet mogelijk om zowel in een onderwijsregio als in een RAP-regio of opleidingsschool of aspirant-opleidingsschool deel te nemen. De landelijke onderwijsregio voor het groen onderwijs is hier een uitzondering op, omdat tweedegraads leraren voor het groene beroepsonderwijs in het vmbo of een specifiek groen vak in het mbo, alleen worden opgeleid op de lerarenopleiding van Aeres Hogeschool in Wageningen. Als het gaat om docenten in de avo-vakken, dan werkt het groene beroepsonderwijs in het vmbo en middelbaar beroepsonderwijs weer samen met andere lerarenopleidingen en kunnen ze wel degelijk samenwerken met andere scholen in de regio.
Ja. Het gaat om de oprichting of doorontwikkeling van een loket voor de onderwijsregio.
Vanuit de RAP-regio’s is al geïnvesteerd in het inrichten van een loketfunctie voor de regio om potentieel onderwijspersoneel te informeren over de ontwikkelmogelijkheden en waar nodig door te geleiden naar routes om een aanstelling in het onderwijs te krijgen.
In de ene onderwijsregio is al een loket ingericht voor de gehele onderwijsregio, en in de andere onderwijsregio is een loket opgericht voor een RAP-regio, maar nog niet voor de gehele onderwijsregio.
Ja. Als in de regio al een bovenbestuurlijke vervangingspool is ingericht, kan het hier ook gaan om het in stand houden van de bovenbestuurlijke invalpool. Het moet wel een bovenbestuurlijke vervangingspool zijn van samenwerkende besturen binnen een onderwijsregio, waar leraren voor vervangingen worden ingezet op scholen binnen de onderwijsregio.
Voor het in stand houden van een bovenbestuurlijke invalpool is €100.000 beschikbaar.
De aanvraag moet worden ondertekend door het bevoegd gezag van alle besturen die betrokken zijn bij de aanvraag. Dit zijn de deelnemende schoolbesturen, besturen van mbo-instellingen en de instellingsbesturen van de lerarenopleidingen. De vertegenwoordiger van de beroepsgroep hoeft de aanvraag niet te ondertekenen.
RAP-regio's
Ja, dat kan. Wel hangt dit af van het aantal fte in het resterende gedeelte van de RAP-regio.
Door het vormen van onderwijsregio’s is het mogelijk dat een aantal besturen en vestigingen niet meer deelneemt aan de RAP-regio. Of voor het resterende deel van de RAP-regio een aanvraag RAP-regio in kan worden gediend, is afhankelijk van het aantal fte van de overgebleven besturen en vestigingen in het resterende gedeelte van de RAP-regio.
Als in de aanvraag voor subsidie voor een RAP-regio een aantal besturen en vestigingen niet meer deelneemt aan de regio en het aantal fte tussen 400 en 800 fte voor het primair onderwijs is en tussen 600 en 1.200 fte voor het voortgezet onderwijs, dan wordt het maximale subsidiebedrag voor het primair onderwijs en voortgezet onderwijs €115.500 en voor het voortgezet onderwijs met middelbaar beroepsonderwijs €150.150. Als in de aanvraag voor subsidie voor een RAP-regio een aantal besturen en vestigingen niet meer deelneemt aan de regio en het aantal fte lager is dan 400 fte voor het po en lager dan 600 fte voor het vo, dan kunt u geen subsidie aanvragen.
Ja, dit is verplicht.
RAP-regio’s en SO&P-partnerschappen, die in 2024 nog niet direct de overstap maken naar onderwijsregio’s, kunnen in 2024 via deze regeling gebruik blijven maken van een subsidie voor het uitvoeren van activiteiten RAP en SO&P voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Voorwaarde is wel dat zij in samenspraak met de Realisatie Eenheid verkennen hoe zij aan kunnen gaan sluiten bij onderwijsregio’s of zelf onderwijsregio’s gaan vormen, zodat per 1 januari 2025 een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s is gerealiseerd.
RAP-regio’s zijn dus verplicht om activiteiten uit te voeren, die gericht zijn op de omvorming naar onderwijsregio’s.
De aanvraag moet worden ondertekend door alle besturen die betrokken zijn bij de aanvraag. Dit zijn de besturen van de scholen, mbo-instellingen en de instellingsbesturen van de lerarenopleidingen.
Ja. Om als bestaande RAP-regio een aanvraag in te kunnen dienen, moeten de bevoegde gezagen van alle deelnemende schoolbesturen, lerarenopleidingen en mbo-instellingen hun handtekening zetten onder de subsidieaanvraag voor een RAP-regio. Voor deze subsidieaanvraag ontvangt een RAP-regio een nieuwe beschikking waarin de penvoerder uit naam van de deelnemende partijen nieuwe verplichtingen aangaat. Daarom moeten alle partijen de aanvraag ondertekenen.
Opleidingsscholen
Ja, dit is verplicht.
RAP-regio’s en SO&P-partnerschappen, die in 2024 nog niet direct de overstap maken naar onderwijsregio’s, kunnen in 2024 via deze regeling gebruik blijven maken van een subsidie voor het uitvoeren van activiteiten RAP en SO&P voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Voorwaarde is wel dat zij in samenspraak met de Realisatie Eenheid verkennen hoe zij aan kunnen gaan sluiten bij onderwijsregio’s of zelf onderwijsregio’s gaan vormen, zodat per 1 januari 2025 een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s is gerealiseerd.
(Aspirant)opleidingsscholen zijn dus verplicht om activiteiten uit te voeren die gericht zijn op de omvorming naar onderwijsregio’s.
Aspirant-opleidingsscholen die in 2022 zijn gestart, hebben voor de schooljaren 2022-2023 en 2023-2024 al een subsidie van €250.000 per jaar ontvangen. Schooljaar 2023-2024 telt 7 maanden in 2024. Via deze regeling kunnen zij aanspraak maken op subsidie voor de overige 5 maanden in 2024.
De subsidieregeling gaat alleen over 2024. In 2024 worden aspirant-opleidingsscholen die in 2020 zijn gestart beoordeeld op hun basiskwaliteit. Als de minister de basiskwaliteit van een aspirant-opleidingsschool als onvoldoende beoordeelt, wordt de aspirant-opleidingsschool niet aangewezen als opleidingsschool. Een verlenging van de aspirantfase en een herkansmogelijkheid is niet mogelijk in 2024. De gevolgen van een onvoldoende beoordeling worden nog uitgewerkt in de regeling Onderwijsregio’s voor 2025. Hier zal het ministerie van OCW zo spoedig mogelijk uitsluitsel over geven.
In veel gevallen zal dit aantal niet hetzelfde aantal zijn.
Het aantal studenten en zij-instromers dat een opleidingsschool of aspirant-opleidingsschool op 1 juli 2023 heeft doorgegeven aan DUO is het totaal aantal studenten en zij-instromers van een opleidingsschool dat is opgeleid in 2022-2023.
Voor de subsidieaanvraag voor een opleidingsschool of een aspirant-opleidingsschool, zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de regeling, wordt het aantal studenten en zij-instromers doorgegeven dat in schooljaar 2022-2023 op de vestigingen van de betreffende opleidingsschool of de aspirant-opleidingsschool is opgeleid.
Het kan zijn dat er een aantal vestigingen van een opleidingsschool of aspirant-opleidingsschool zijn overgegaan naar een onderwijsregio en dat een opleidingsschool of aspirant-opleidingsschool is opgesplitst.
Het aantal studenten en zij-instromers is dan lager dan het aantal dat op 1 juli 2023 is opgegeven aan DUO.
De aanvraag moet worden ondertekend door alle besturen die betrokken zijn bij de aanvraag. Dit zijn de besturen van de scholen, mbo-instellingen en de instellingsbesturen van de lerarenopleidingen.
Meer informatie
Staat uw vraag er niet tussen? Bekijk de regeling of neem contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.